dinsdag 27 februari 2018

Shakespeare's Sonnet XVIII

Zal ik je vergelijken met een zomerdag?

Je bent lieflijker en kent meer maat

Terwijl de storm de meiknop niet ontzag

En ook de zomer weer vergaat.


Soms is de schijn van hemels oog te heet

En vaak zijn goud gelaat verduisterd

En geen schoon is een schoon dat steeds

Door toeval of natuur wordt opgeluisterd.


Maar jouw zomer voor altijd zal niet vergaan

Of wat jij bezit aan schoon verliezen

In de schaduw van snoever dood niet staan

De tijd zal in eeuw’ge regels voor je kiezen.


Zolang mensen ademen en ogen zien


Zolang leeft dit en leef jij bovendien.



(Vertaling Sjoerd van Hoorn)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten