vrijdag 30 september 2011

Twee gedichten

Droef wintergedicht

In december zwijgt de hagel nooit,
zelfs op zonnigere dagen
gromt het weer "hoop niet dat ooit
het licht weer om mijn plek komt vragen
verwacht niet dat de vorst straks dooit".

En voor hem die onverstrooid
op zijn kamer zit te klagen
door het som'bre weer gekooid
schijnt tijd zelf te vertragen.

Verdwenen zijn de snelle dagen
toen je hart het wachten lichter maakte
daar zij om op te wachten was
nu nacht oneindig zonder vragen.





De zee de eerste keer

Ik zeg je jij bent de geur van de bloemen
ik zeg je jij bent de zee de eerste keer

Jou zien is als de zee de eerste keer zien
jou zien is als zoet water na een lange dag

Ik zeg je jij bent de grote ogen
ik zeg je jij bent de grote ogen
                         boven de sluier.

Ik zeg je jij bent de zee de eerste keer
ik zeg je jij bent het frisse water na de langste dag

Ik zeg je jij bent de grootste ogen
Ik zeg je jij bent het hert in de nacht.

Jou zien is als steeds weer de eerste keer
de zee zien

Jou zien is het zien van het licht tussen de bomen.

1 opmerking:

  1. Het zijn mooie gedichten, Sjoerd, veral het wintergedicht spreek me aan.

    En het gevoel als je de zee voor het eerste keer ziet ... is gewoon onbeschrijflijk. Intens. Dus: een pragtige vergelijking.

    BeantwoordenVerwijderen