Kom
in het doodgezegde park en beschouw:
Van
de verre, lachende vijver het zicht;
Van
de zuivere wolken het onverhoopte blauw
Dat
de vijver en het bonte pad verlicht.
Neem daar het diepe geel; het zachte grauw
Van
de berk en de beuk; De wind is lauw;
De
laatste rozen verwelkten nog niet veel;
Verzamel,
kus ze, weef hen tot geheel;
Houd
je ook op deze laatste asters gericht;
Het
purper om de ranken van een wilde wingerd
Waarom
zich nóg groen leven slingert
Schijnt
uit dit herfstige gezicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten